Wie gelooft dat er zoiets bestaat als de waarheid? Een derde van de handen in de zaal van het Compagnietheater in Amsterdam gaan omhoog. Ik twijfel. Als lobbyist denk je bij het nieuws vaak, welke lobby zit hier nu weer achter? Beroepsdeformatie vrees ik. Bij een gemiddelde factsheet denk ik, dat is maar een mening. Geloof ik nog in het bestaan van de waarheid? Ik twijfel, bedenk dan dat ik geen post-modernist ben die de waarheid ontkent en steek toch voorzichtig mijn arm de lucht in. De Britse filosoof Julian Baggini betreedt nu het podium, hij is de schrijver van het lezenswaardige boekje A Short History of Truth.

Het is het brainwash festival en een lezing over waarheid lijkt me interessant omdat ik als lobbyist me afvraag of er zoiets mogelijk is als een eerlijke lobby. Als ik eerlijk ben, kan ik eigenlijk geen goed voorbeeld bedenken. Wel kennen we allemaal de sterke staaltjes oneerlijke lobby. Dit is vaak een eenzijdige lobby: de halve waarheid, puur gericht op eigenbelang. Kennis is hier gelijk aan macht. Zoals Max Weber macht definieert, het vermogen om anderen je wil op te leggen. Eventueel zelfs tegen hun wensen en belangen in. Ik vrees dat dat is wat veel lobbyisten nastreven. Van gelijk hebben naar gelijk krijgen. Je gaat daardoor twijfelen of er wel zoiets bestaat als de waarheid of een eerlijke lobby.

Deze twijfel is volgens Baggini niet vreemd. Ons vertrouwen is nu eenmaal aangetast. De reden daarvoor ligt echter niet bij de waarheid, maar bij de autoriteiten die beweren ons de waarheid te vertellen, zoals de wetenschap, de media, de politiek en het bestuur. Keer op keer blijken hun claims niet geheel of geheel niet waar te zijn. Zo doet de wetenschap van tijd tot tijd ontdekkingen die eerdere van hun beweringen onderuit halen, de pers onthult schandalen en politici beschuldigen elkaar van liegen. En iedereen heeft belangen. Dat weet ik als lobbyist als geen ander. Het is dus goed om je steeds af te vragen wie er profiteert van deze versie van de waarheid. Cui bono?

En als we niet meer vertrouwen op de bronnen die ons de waarheid zouden moeten vertellen, is het logisch dat we meer vertrouwen op ons gevoel dan op de aan ons gepresenteerde feiten. Meer vertrouwen op authenticiteit dan op professionaliteit. Ja, we mogen en moeten sceptisch zijn. Maar waarschuwt Baggini, waak wel voor cynisme: het moment waarop de waarheid je niets meer kan schelen. Je weet dat er grove leugens zijn, leugentjes om bestwil en halve waarheden; je weet dus dat er ook zoiets bestaat als de gehele waarheid en niets dan de waarheid. Dat de waarheid simpel is, is een leugen. De waarheid is zeer complex, maar altijd belangrijk om na te streven.

We moeten daarom de waarheid weer terugbrengen in ons verhaal, betoogt Julian Baggini. Wie van jullie wil de waarheidheid vinden? Het overgrote merendeel van de zaal steekt zijn hand omhoog. Het begint volgens Baggini met de juiste houding, de wil om de waarheid te vertellen. Openheid en oprechtheid. Niet stellig, maar bescheiden. Voeg daaraan toe de wil om nauwkeurig te onderzoeken, om nieuwe feiten boven tafel te krijgen en de wil om hierin samen te werken. Of je nu gelooft in de waarheid of niet, dit lijken me goede uitgangspunten. Ook voor lobbyisten.

Een laatste relevante les van Baggini die ik toepasselijk vind voor de lobby: zie de waarheid niet als een manier om macht te vergaren. Kennis ís geen macht. In een eerlijke lobby daagt de waarheid de macht juist uit. Niet de macht om je wil op te leggen, maar invloed in het publieke debat is het streven. En dat vind ik een mooie missie. Dus als je me vraagt of ik de eerlijke lobby wil vinden, dan twijfel ik niet en antwoord ik met een volmondig ja. Laat de eerlijke lobby mijn lobby zijn.

Door: Myrthe Kusse

Foto: Jeroen Savelkouls