HET VALT DUS NIET MEE. Sinds het coronavirus voor het eerst de kop opstak (december vorig jaar in de Chinese stad Wuhan) was de gedachte dat dit deel van de wereld wellicht met de schrik vrij zou komen. Inmiddels is duidelijk dat de epidemie steeds meer trekjes krijgt van een wereldwijde pandemie. Het is een mega-issue dat extreem grote impact heeft op het publiek debat. Daarmee moeten we onder ogen zien dat corona ook gevolgen heeft voor de manier waarop we tegen invloed aankijken. In deze blog een eerste poging tot duiding. 

Allereerst schreef Tino Wallaart op vrijdag 6 maart met Renco van Schie van Valuedge een artikel in de Volkskrant over de aanpak van de economische gevolgen van de corona-uitbraak door het kabinet. We hebben daarin drie ontwikkelingen geschetst die de impact van de crisis veel groter maken dan bijvoorbeeld de Sars-epidemie van 2003. Allereerst is de omvang van de Chinese economie vier keer zo groot als toen. Ten tweede taxeerden we dat de bescheiden sterftecijfers vertekenend gewerkt hebben in het begin van de crisis: een grote kans het te krijgen en dan een kleine kans te overlijden is veel bedreigender voor mensen dan het omgekeerde. Tot slot hadden we in 2003 nog geen whatsapp, twitter, facebook en andere sociale media. 

In het stuk voorspelden Tino en Renco dat de schade voor de economie wel eens veel groter zou kunnen zijn dan verwacht. Vlak daarvoor had het CPB voorspeld dat de economische groei hooguit een half procent zou afnemen. Inmiddels zijn er banken die rekening houden met nulgroei.

Beleidsreacties

Een beleidsreactie kan niet uitblijven. De Amerikaanse en Britse centrale banken hebben de rente al met 0,5 procent verlaagd in een ‘emergency cut’. In Europa is de rente zo laag of zelfs negatief, dat het rente instrument bot is. Een alternatief is dat de overheid extra geld in de economie pompt in de vorm van investeringen. Wij voorspellen dat op zondagavond 15 maart of de volgende ochtend een internationaal gecoördineerd economisch stimuleringspakket aangekondigd wordt. Daarbij zullen lasten omlaag gaan en overheidsinvesteringen vrijgemaakt worden.

Ook ons kabinet zal dit aankondigen. Op donderdagmiddag 12 maart werden al enkele maatregelen aangekondigd (zoals uitstel van belastingbetaling door MKB’ers), maar die volstaan bij lange na niet. Zonder precedent was dat donderdagmiddag een motie van onder andere PvdA-Kamerlid Nijboer om ‘sectorspecifieke maatregelen’  te treffen verworpen werd (75 stemmen voor en 75 tegen). Diezelfde avond nog volgde een debat met de fractievoorzitters. Nagenoeg dezelfde motietekst werd toen kamerbreed aanvaard. Dit toont aan dat de geesten in rap tempo rijp worden voor verregaande maatregelen. Niet voor niets kondigde Mark Rutte vrijdag 13 maart op de persconferentie aan dat het kabinet na het weekend met nieuwe maatregelen komt: ‘Daarbij speelt geld niet de belangrijkste rol, we doen whatever it takes’. Hij opperde dat de staatsschuld inmiddels zo ver weggewerkt is dat Nederland ‘een dreun van tien procent op de staatsschuld’ kan verwerken. 

Dat neemt niet weg dat de overheidsfinanciën zullen verslechteren. Neem alleen al de zorguitgaven, die door de coronacrisis harder stijgen dan voorzien. Volgens de begrotingsregels moeten deze door bezuinigingen elders in de zorg opgevangen worden. Houd daarom de Voorjaarsnota in de gaten. Zal het kabinet de eigen begrotingsregels aanpassen? 

Al enkele maanden sluimert rond het Binnenhof de discussie over het zogenaamde Hoekstra-fonds: een plan om gezien de lage rentestand en de sterk teruggedrongen staatsschuld extra lange-termijninvesteringen te doen in de  economie. Voor Prinsjesdag kwam het er niet van. Deels vanwege de diepgewortelde politieke cultuur om de hand op de knip te houden. Maar daarenboven ontbrak het tot dusver beleidsmakers en politici aan verbeeldingskracht om ingenieuze investeringsplannen te bedenken. 

Veranderend lobbyspeelveld

Maar de context van de rijpe geesten maakt de timing van een geheel onafhankelijk lopend traject plots enorm interessant. Zestien ambtelijke werkgroepen zijn immers al maanden bezig met de zogenaamde brede maatschappelijke heroverwegingen. Naar aanleiding van een motie van het D66-Kamerlid Joost Sneller, werken deze braintrusts voorstellen uit voor wat te doen als de overheidsfinanciën zouden verslechteren. Bezuinigingsopties, maar ook nieuwe voorstellen om extra te investeren. Deze rapporten zouden begin dit voorjaar verschijnen – zonder kabinetsreactie, als input voor een nieuwe regeringsperiode na de verkiezingen van 17 maart 2021. In het licht van de pandemie zouden de rapporten wel eens hét recept kunnen vormen waarmee het kabinet gaat proberen de economie op de been te houden. 

Investeringsideeën zullen de komende periode daarom in vruchtbaarder bodem vallen, verwachten wij. Geld zal een kleiner vraagteken zijn om bijvoorbeeld de stikstofcrisis vlot te trekken. De energietransitie, het Noordzeeakkoord, de wooncrisis: tal van opgaven kunnen eveneens een impuls krijgen.

Impact op programmacommissies

Maar dat is niet het enige traject dat in een totaal ander daglicht komt te staan door de coronacrisis. Zoals we in onze routekaart naar een nieuw kabinet al aangegeven hebben, is de eerste helft van 2020 de periode waarin de programmacommissies van de politieke partijen hun input ophalen. Het behoeft geen betoog dat de sfeer van het publiek debat in deze periode grote impact heeft op de uiteindelijke conceptprogramma’s, die in het derde kwartaal verschijnen. Tot begin maart domineerden de issues klimaat, migratie en identiteit de maatschappelijke agenda. Nu we door corona in een recessie dreigen te raken, komen de discussies in de programmacommissies veel meer in het teken van economie, werk en groei te staan. Organisaties die deze programma’s proberen te beïnvloeden, doen er goed aan hiermee rekening te houden. 

De coronacrisis zal ook structurele invloed hebben op het publiek debat en de positie van beleidsmakers en politici. Plotseling zijn we geconfronteerd met een nog onderbelichte keerzijde van een geglobaliseerde wereld. Productieketens zijn zo lang geworden dat we voor dagelijkse gebruiksvoorwerpen als IPads en paracetamolletjes erg afhankelijk zijn van China – en dus kwetsbaar zijn voor dit soort crises. Het massatoerisme heeft de ernst en de verspreiding van de uitbraak aantoonbaar vergroot en versneld. Thuis werken en leren blijkt soms onvermijdelijk.

Tweefronten-issues

Bepaalde beleidsterreinen kunnen zo te maken krijgen met “tweefronten-issues”. Dat dit grote impact kan hebben op de dynamiek van het publiek debat en het beleid, bewijst het Groninger aardbevingsdossier. Het pleidooi voor het minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kreeg daardoor een ongekende opgaande thermiek, zodat Nederland nu uniek in Europa inzet op ‘van het gas af’. Wat je er ook van vindt, de kracht van zulke bewegingen is ongekend.

Zo voorspellen wij dat lobbyinspanningen voor kortere productieketens (bijvoorbeeld ook in de landbouw) en de beprijzing van toerisme (vliegtaks) extra rugwind zullen krijgen. Maar ook de urgentie van meer technologie en sociale arrangementen om van huis uit te kunnen werken en leren wordt groter. Wat vervolgens weer vraagt om regels om privacyrisico’s en de macht van online platforms in te perken. Zoals gezegd: de geesten worden in rap tempo rijp.